Eten met vluchtelingen
Langzaam blader ik door het kookboek. Dat recept van lam met abrikoos en rozijn, waar staat het? Ik ben een beetje zenuwachtig voor vanavond. Wat vindt hij lekker? Hoe zal hij zijn?
Onbekend bezoek
Nee, ik heb geen blinddate. Sterker nog, mijn vriend eet gewoon mee en hij helpt met het halen van de boodschappen.
Meestal kookt hij, maar vanavond is het mijn beurt. Behalve lam eten we een salade van tomaat met verse basilicum, bulgur, rolletjes van fetakaas met filodeeg en linzensoep met een schijfje citroen. Het toetje komt van de Turkse supermarkt, ik heb lang genoeg in de keuken gestaan.
Fetarolletjes voor vluchtelingen uit Syrië
Vluchtelingen in Utrecht
En terwijl er in veel Nederlandse gemeenten geprotesteerd wordt tegen de komst van asielzoekerscentra wordt er in het Utrechtse Kanaleneiland nauwelijks aandacht besteed aan de komst van een asielzoekerscentrum in een school. Ongeveer 600 vluchtelingen, vooral mannen, wonen in de klaslokalen van de oude school. Gekookt wordt er nauwelijks (er wordt eten bezorgd), maar verder vindt het hele leven in de school plaats. De vluchtelingen mogen de school verlaten, maar ja, waar ga je heen zonder doen? Eens per maand worden de vluchtelingen gekoppeld aan Utrechtenaren. Gezinnen met gezinnen (met kinderen) en de mannen met mannen en vrouwen zonder kinderen.
Op weg naar het asielzoekerscentrum ben ik toch wel erg benieuwd. Met wie ga ik de avond doorbrengen? Uit welk land komt mijn tafelgenoot? Spreekt hij Engels?
Bij de deur van de school wachten vrijwilligers in oranje hesjes ons op. We mogen doorlopen naar de receptie en daar moeten we even wachten. “Wil je één of twee gasten vanavond?” Ik twijfel geen seconde. Doe maar twee! Dan kunnen ze eventueel nog met elkaar in gesprek wanneer één van beide niet zo goed Engels spreekt en eten is er toch genoeg. “Mogen het er ook drie zijn?”
Koken met veel verse kruiden
Drie Syrische vluchtelingen
Drie mannen schudden mijn hand.
Een paar minuten later zitten er drie Syrische mannen op de achterbank van ons kleine autootje. Het is niet ruim, maar hoe veel ruimte is een vluchteling gewend?
Zittend op de bank drinken we koffie en thee met een stroopwafel erbij. De mannen, laat ik ze Ahmed, Mo en Abdu noemen, zijn inmiddels lang genoeg in Nederland om te weten wat een stroopwafel is. Ahmed spreekt wat Engels, de andere twee niet. Ze komen uit verschillende steden in Syrië en hebben elkaar pas in Utrecht leren kennen. Ze zijn kamergenoten en buren: in elk klaslokaal wonen maximaal twaalf mannen.
Gelukkig, het eten valt goed in de smaak. Geen rituelen die wij in Nederland niet (goed) kennen, niet uit beleefdheid het eten eerst een paar keer weigeren en pas na lang aandringen willen eten. Het “tast toe” wordt letterlijk genomen, de soep is nog goed en wel in alle magen verdwenen of het vlees wordt al opgeschept. Wanneer ik opsta om de soepkommetjes naar de keuken te brengen wordt me meteen een paar handjes hulp aangeboden. Welke inburgeringscursus hebben deze mannen gevolgd ?!?
Gedroogde vruchten als in Syrië
Praten over hun thuisland
Na het eten is het tijd voor een ‘goed’ gesprek. De mannen vertellen over wat ze hebben achtergelaten in Syrië: hun huizen in Aleppo, Homs en Damascus. Hun banen als schilder, in het ziekenhuis en hun studie natuurkunde. De vrouw en kinderen en de verloofde.
Of ik wel eens in Syrië ben geweest? Wat ik nog weet van hun woonplaatsen? De laptop moet Google Maps wordt erbij gehaald en mijn oude paspoort met stempels van Syrië. En dan ook de foto’s. Wanneer de mannen in mijn album bladeren, kan ik met moeite een glimlach onderdrukken. Het boek wordt aan de achterkant opengeslagen en er wordt van achter naar voren ‘gelezen’. Als een Arabisch boek. Een glimlach van herkenning bij Ahmed bij het zien van ‘zijn’ stad, een glimlach bij Abdu. Homs heb ik niet bezocht, dus de derde glimlach blijft uit. Maar er is wel een feest van herkenning bij het zien van de bordjes op de markt en mannen met de waterpijp.
En dan komt hun verhaal, althans, het verhaal van Ahmed. Een verhaal van een man die met veertig anderen op een te kleine rubberboot van Turkije naar Griekenland is gevaren. De vijf engste uren uit zijn leven, vooral toen de boot water maakte met de kust in zicht.
De eerste weken in Nederland woonde Ahmed in negen kampen. Na twee of drie dagen in een gymzaal moest hij weer verhuizen, geen idee hebbend waarheen en voor hoelang. Nu woont hij twee maanden in Utrecht, maar ook nu heeft hij geen idee wat zijn volgende bestemming zal zijn en wanneer. Hij vindt de onzekerheid vervelend. (Wie niet?) Met zijn smartfoon en eenvoudige boekjes probeert hij Nederlands te leren.
Aan het eind van de avond word ik driemaal bedankt. In het Nederlands. En in koor klinkt er drie keer “doei”. Tot een volgende keer! Na vele bezoekjes aan Syrische gezinnen in hun thuisland ben ik blij zélf gastvrouw te zijn geweest.
Mijn Syrische gasten zijn bij mij beland via Stichting Eet mee.