BWCA workcamp
30 januari 2006
Men neme een Bengaals dorpje in de buurt van Gaibandah in het westen van Bangladesh, zeven à acht internationale vrijwilligers (vijf Koreanen, een Australiër, af en toe een Japanner en ik), een schop, betonnen ringen, een pisbak en wat bamboe. Mix dit, en voilà, je hebt alle ingrediënten voor een geslaagd vrijwilligersproject: het BWCA workcamp. Door de bouw van latrines verbeteren de hygiënische omstandigheden op het platteland. Minder wildplassers (en -poepers) in dichtbevolkte gebieden. Minder ziektes. Het concept is simpel, de impact groot.
BCWA workcamp
Het werk is fysiek niet zwaar, de vrijwilligers werken maar een paar uur per dag. We werken in groepjes geassisteerd door een paar sterkere en/of betweterige Bengalen. Dat is wellicht nog het moeilijkste van het werk: vriendelijk blijven, altijd blijven lachen, ook al wil iemand je corrigeren om het vervolgens verder te gaan op precies dezelfde manier als jij al deed. Voor de Bengalen is dit een manier om met de vrijwilligers in contact te komen, niet beseffend dat dit misschien niet de beste manier is.
Het Bengaalse leven is zo anders dan wat ik gewend ben. Minder efficiënt voor mijn gevoel. Maar ik ben te gast en probeer me ze goed mogelijk aan te passen.
Behalve de installatie van latrines helpen we met het onderhouden van de moestuinen van SKS, de lokale NGO. Om bij de tuinen te komen moeten we een stuk met de boot, wat een prachtig uitzicht geeft over de rivieren en het leven langs het water. Mensen zwaaien. Soms lijkt het of je door een brede kloof vaart met hoge witte wanden van zand. Niet te geloven dat DAT de eigenlijke rivier is in de natte tijd!
We wieden onkruid en ploegen de grond van een stuk land wat in de regentijd ín de rivier ligt. Het doet dan dienst als crisisopvang ten tijden van de overstromingen. We vullen kleine zakjes met grond, wat een plantenbed moet vormen. Met zijn allen zitten rondom een grote hoop, wat kletsen, maar stiekem ook elkaar bekogelen met kluiten grond. Hoofddoelwit is de "tempel" van Uni, een van de Bengalen. Moet-ie maar geen zandkastelen bouwen :-)
Ook hebben we allerlei bevriende NGO's bezocht, die zich onder andere inzetten voor de scholing van de armste mensen, voor invaliden, ouderen, maar er zijn ook NGO's die proberen de positie van de vrouw te verbeteren.
Vrije tijd
Verder brengen we veel tijd door met het spelen van kaartspelletjes, badminton, met wat lezen (met dank aan de boeken van de New Market in Dhaka), het luisteren naar muziek, maar ook met bezoeken van culturele shows (klinkt mooi, maar lokale zang en dans is dat niet altijd!) en het drinken van thee eten en van mais en rijst bij mensen thuis.
We reizen met vier personen achter op een fietstaxi naar het werk toe, wat gezien de conditie van de weg niet altijd even comfortabel is. De fietswallah's moeten regelmatig afstappen om ons veilig langs de gaten te manoeuvreren, die soms wel een meter diep zijn.
De invloed van het water is overal duidelijk zichtbaar, zelfs buiten de regentijd. Het rivierbed ligt als het ware in een tweede rivierbed, wat stukken breder is. In het droge seizoen groeien in deze 'uiterwaard' gras en andere planten, maar de grond is zanderig (gruis uit de Himalaya) en het heeft wat weg van een Nederlands duinlandschap. Net als de vlakheid en de uitgestrektheid van het land...
Eigenlijk is het Bengaalse platteland met z'n mensen de grootste attractie van heel Bangladesh. Misschien is het lastig voor reizigers om hier een kijkje te nemen, maar door mijn vrijwilligerswerk heb ik veel bijzondere ontmoetingen met locals gehad.
Meer lezen?