home    reizen    slow travel    fotografie op reis    reisinspiratie    over IkReis         
reizen   slow travel   fotografie   reisinformatie
europa   azië   afrika   amerika


Ik ben Jenny – reiziger, fotograaf en juf. Ik bezocht meer dan 70 landen in vier continenten. Toch tel ik liever ervaringen dan landjes. Ik ben een langzame reiziger die de gebaande paden verlaat op zoek naar bijzondere plekken en verhalen. Mijn grote liefdes zijn drop en Indonesië. Mijn dochter AKA de kleine reiziger (2018) is verslaafd aan sambal.

IkReis is een blog voor liefhebbers voor reizen en fotografie. Hier vind je sinds 2003 inspirerende reisverhalen en praktische tips voor een zelfstandige rondreis, roadtrip of stedentrip (met en zonder kinderen). Mijn passie voor fotografie en liefde om te leren vertaalt zich in een bonte verzameling fotografietips – een waardevol naslagwerk voor iedere reisfotograaf. De wereld is te mooi om niet te ontdekken en vast te leggen!

Lees meer.

Plannen 2023:

- Moezel (jan)
- Marokko (feb)
- Interrail (april/mei)
- Eisenach (mei)
- Brabant (juni)
- Indonesië (juli/aug.)
- Singapore (aug.)
- Maleisië (aug.)



Mandalay en omstreken

9 december 2005

Reisje met de trein...

Vanuit Rangoon reis ik per trein naar Mandalay. Eigenlijk wilden we bedden reserveren voor de prive-trein, maar om de een of andere reden werden dat stoelen in een trein van de overheid. Het hoe en waarom van deze wissel van treinen is me niet duidelijk, maar aangezien ik echt niet met de bus wil ga ik maar overstag.

Aan beenruimte geen gebrek in de trein maar van slapen kwam desalniettemin niet heel veel terecht. Het spoor blijkt niet al te goed onderhouden, waardoor de trein een hels kabaal maak bij elke biels die hij passeert. En dat zijn er nogal wat! Schreeuwen dus om elkaar te kunnen verstaan en lekker naar een muziekje luisteren was al helemaal niet te doen.

Omdat het donker was, was er buiten ook al niet veel te beleven. En dan is een reis van 15 uur errug lang!!!! De trein trilt zo hard dat het me lukt wagenziek te worden. Wat dat niet de reden waarom ik geen nachtbus wil? Ik heb gelukkig steeds het toilet weten te halen :)

myanmar mandalay
De ossenkar in Myanmar

O ja, het uitzicht vanuit de trein in de ochtend is adembenemend: veel tempels, dorpjes die langzaam ontwaakten en veel loslopend vee.

Mandalay

In tegenstelling tot het rustige, koloniale Rangoon is Mandalay echt een drukke, Aziatische stad met alle herrie, stank en toeterende auto's/motoren die daarbij horen. Ik ervaar dit als een kleine cultuurshock.

Mandalay Hill

Vanaf Mandalay Hill heb je een mooi uitzicht over de stad en het fort. Op de heuvel en langs de weg erheen zijn verschillende tempels te vinden. Ook zijn er volop stalletjes waar eten, drinken en natuurlijk souvernirs verkocht worden.

Het fort van Mandalay

Het fort is eigenlijk een kleine stad binnen de grote stad, het fort is maar liefst 2 bij 2 kilometer. Binnen het fort staat een paleis wat je kan bezoeken, maar alleen via de ingang aan het westen (ik moest een heel eind omlopen!). De rest van de ommuring wordt als legerbasis gebruikt en is dan ook ten strengste verboden voor buitenlanders. Overal staan borden met wat wel en niet mag: niet de weg verlaten, geen foto's maken, niet picknucken enzovoorts. 

Het paleis is een groot houten gebouw, of bestaat eigenlijk verschillende bebouwen. De meeste vertrekken zijn leeg, ik kan me geen voorstelling maken hoe het er ooit uit heeft gezien.

Kuthodow Paya

Met een fietstaxi hebben we ons daarna rond laten rijden langs verschillende tempels, zoals de Kuthodow Paya, oftewel het grootste boek te wereld. In 729 marmeren stenen is de complete Tripitaka gekerfd. In de tempel is een hoop bedrijvigheid. Ik vier sinterklaas met wat meegenomen taaitaai, en deel dit ook uit aan de mensen en kinderen om me heen. Een beetje thuis ver van huis.

Om de paya te kunnen bezoeken moet je 10 dollar betalen. Het ticket is tevens geldig voor de Atumashi Kyanug ("the imcomparable monastery", eigenlijk niet meer dan een grote, lege hal aangezien de rest door een brand lang geleden verwoest is) en de Shwenandawkan Monastery, een oud houten klooster.

Rondom Mandalay liggen verschillende oude hoofdsteden (Saigan, Mingun, Inwa en Amarapura) die alle vier de moeite van het bezoeken waard zijn. Dit kan met een taxi vlugvlug in anderhalve dag, of, zoals ik gedaan heb, per lokale bus/boot/paardenkar.

Saigan

We gaan op weg naar Saigan. Met een busje, met heel veel mensen en met nog meer bagage. Eenmaal aangekomen in Saigan moeten we overstappen, en reizen we verder met een fietstaxi. De fietstaxi's (trisjaws) in Myanmar hebben een andere indeling dan in Thailand of Indonesië. Zit je daar met zijn tweeën naar elkaar in een veel te klein bakje, in Myanmar is de stoelindeling tot dat je rug aan rug komt te zitten. Zeer ongezellig om niet te kunnen praten en de hele tijd achteruit te moeten hobbelen, dus besluiten we twee trisjaws te huren. Dit is ook voor de chauffeur fijnen: twee westerlingen zijn groter en zwaarder dan Aziaten, dus voor hem zou het hard werken zijn om twee toeristen rond te trappen.

De chauffeur van Diederik spreekt heel goed Engels en weet hij een hoop te vertellen over allerlei tempels die we bezoeken. Dat is leuk, een privégids! (En dat voor slechts  US$3 per persoon.)

Sandami Paya

De eerste stop is de Sandami Paya, een pagode uit 1444. Hoewel beschadigd tijdens een van de taalrijke aardbevingen in dit gebied (niet recentelijk hoor!), ziet deze tempel er op en top uit door de giften van gulle gevers. Er zijn zelfs mensen die met naam en toenaam zijn genoemd op speciale plakkaten of die één van de vele Boeddhabeelden op hun naam hebben staan.

Op het terein van de tempel lopen jonge monniken, en zelfs een paar runderen.

Aungmyelawka Paya

De Aungmyelawka Paya die we vervolgens bezoeken is helemaal uit zandsteen vervaardigd. Het andsteen is vervolgens gekleurd met verf, maar de structuur van het zandsteen is behouden. De felle kleuren in de tempel doen me soms denken aan een kleiwerkje van een kleuter of schoolkind.

Onder een jackfruitboom geniet ik in de schaduw van de tempel. Dit is zo anders dan wat ik eerder zag.


De U-bein brug bij Mandalay

Amarapura

In Amarapura is de zeer fotogenieke U-bein brug te vinden, een teak-houten brug van anderhalve kilometer. Met behulp van van de brug worden twee dorpen aan weerszijden van het Taungtmanan meer met elkaar verbonden. Dagelijks maakt veel voetverkeer gebruik van de brug: monniken en nonnen, maar ook bedelaars, vissers, verkopers en af en toe wat vee.

Halverwege de brug is een soort theehuis (trapje af, en je komt op een eilandje) waar je genietend van een kokosnoot alles en iedereen kan overzien.

In het dorpje aan de overkant van de brug zijn verschillende oude tempels te vinden, waarvan een aantal in Nepalese stijl.

In het dorpje is een schooltje, en omdat alles open is kan iedereen op straat meegenieten. Ik kan het niet laten stiekem even te luisteren. Van actieve werkvormen heeft men hier nog niet gehoord: de leerkracht zegt iets, de kinderen herhalen dit uit volle borst.Per lokaal zijn er meerdere leerkrachten en dus meerdere klassen met schreeuwend kinderen. Het is me een raadsel hoe deze kinderen zich kunnen concentreren met zo veel herrie.

Een paar kilometer vanaf de brug ligt de ommmuurde oude stad met Mansonryrhuizen en een klooster. De wandeling is een aanrader, je komt hierbij langs verschillende kleine dorpjes en je krijgt een indruk van het leven op het platteland.

amarapura myanmar
Het oude Amarapura

Mingun

De oude hoofdstad Mingun is alleen per boot te bereiken, wat een mooie manier is voor de overheid om toeristen te traceren en om geld te verdienen. Want uiteraard moet je om een kaartje voor de boot te kunnen bemachtigen je paspoortnummer achter laten in een schriftje...

Na betaling van US$ 3 voor het bootticket en hetzelfde bedrag voor de entree vertrekken we voor het tochtje over de rivier wat ongeveer een drie kwartier zal duren.

De grootste bel ter wereld

Mingun is onder de lokale bevolking bekend vanwege de grootste werkende bel ter wereld. En het ding is inderdaad immens! De bel weegt 90 ton en is 4 meter hoog. Bezoekers mogen er met een stok op slaan om te kijken wat voor een geluid het ding produceert. Ik kan je verzekeren dat er een tamelijk hard geluid uit de bel komt, wat nog lang nagalmt.

Verder is er in Mingun een aantal tempels te vinden, waaronder de Mingun Paya, eigenlijk niet meer dan een hele grote berg stenen. De oude koning was iets te ambitieus, de chedi is nooit afgekomen en nu loopt er ook nog eens een enorme scheur door het ding als gevolg van een aardbeving.


de witte golven van de Hsibyume Paya

Hsibyume Paya

Ik vind de Hsibyume Paya de mooiste tempel van Mingun. Deze tempel symboliseert de Boeddhistische kosmos. in het midden staat een chedi (Sulamani Paya) met daaromheen zeven golvende terrassen die de heuvels rondom Mount Meru voorstellen. De hele tempel is wit gepleisterd, maar omdat het een regenachtige dag is, steekt de tempel helaas niet mooi af tegen een blauwe lucht. Maar zelfs met het druideligere weer is het niet moeilijk om de tempel op waarde te schatten.

Hoewel de vele mannetjes met paard en wagen in Mingun het tegendeel beweren: er is volop tijd om van tempel naar tempel te lopen en ze allemaal rustig te bekijken voordat de boot weer vertrekt.

Inwa

Wederom reizen we een stukje in een volgepakte bus, dan een stukje met de fietstaxi, en tot slot een stukje met de ferrie. We zijn in Inwa. Wat een dorp! Vanwege de afwezigheid aan geasfalteerde wegen kiezen we voor een paardenkar om ons te verplaatsen.

Bagaya Aung Teak Monastery

De eerste stop die we maken, na een tochtje langs allerlei kleinere tempels en rijstvelden, is bij het Bagaya Aung Teak Monastery. Mooie reliefs sieren de planken, het is een statig gebouw en bovendien is het lekker koel daarbinnen :) Dat is niet zo vreemd, als je bedenkt dat de centrale hal van het gebouw een plaffond heeft van maar liefst 18 meter.

Masonry uitkijktoren

We karren door (letterlijk) naar een Masonry uitkijktoren, de Nanmyin toren, die ons een mooi uitzicht over de omgeving biedt. Helaas worden we echter achtervolgd door een horde kindertjes die allemaal heel graag hun kettinkjes en ansichtkaarten willen verkopen, die wij dus helemaal niet willen hebben...

De toren is 28 meter hoog en is eigenlijk het enige overblijfsel van het paleis van koning Bagyidaw. De bovenkant van de toren is enigszins beschadigd door een aardbeving in 1838, waardoor de toren nog altijd lichtelijk scheef staat.

jonge monnik
Jonge monniken bij Mandalay

Moha Aungmye Bonzan Monastery

Als laatste bezoeken we het Moha Aungmye Bonzan Monastery, wat ook wel  Me Nu Oak Kyaung wordt genoemd. Doordat dit klooster van steen is, is het goed geconserveerd. Diederik wordt meteen door de kinderen (en monniken) verleid tot een partijtje voetbal, terwijl ik een rondje om het klooster loop.

Prijs paardenkar: 3000K

overnacht in Mandalay, Sabai Phuy Guesthouse (81th street, op de kruising met de 26th street), US$ 10 per nacht.

Meer lezen?


 

Content Copyright © 2003 - 2023 Jenny Smit.      Privacy en Disclaimer      Samenwerkingen     Website by Web Chemistry
Content Copyright © 2003 - 2023 Jenny Smit.
Privacy en Disclaimer
Samenwerkingen
Website by Web Chemistry